top of page
Zoeken

Hemel of hel

  • Thierry Boonefaes
  • 12 feb 2017
  • 4 minuten om te lezen

Yasmine staart naar boven. Naar Oskaar. Haar beste vriend, haar enige vriend. Oskaar wiegt zachtjes heen en weer in een licht briesje. Alles heeft ze er voor over om bij Oskaar te zijn. Die vrijheid. De wind die in je gezicht blaast, de blauwe hemel boven je, de zon die je aankijkt. Geen broers, geen zussen, geen andere familieleden die constant op je vingers kijken. Zelf kunnen en mogen beslissen wat je doet. Of niet doet. Af en toe krijgt ze de kans om bij haar vriend te zijn, dan doet ze haar ogen dicht en droomt. Van een beter leven. Een leven bij Oskaar. Maar ze is bijna nooit alleen, altijd is er iemand in de buurt, iemand die over haar schouder kijkt. Elke dag kruipt ze naar de hoogste plek die ze kan vinden. Weg van de rest. Weg van de krabbenmand die haar thuis is, waar iedereen vecht voor zijn plaats, waar altijd iemand je de duvel aan doet. Het is elk voor zich. Voor een plek in de zon. Yasmine probeert zo weinig mogelijk op te vallen. Stilletjes er vanonder muizen en dan spreekt ze af met Oskaar. Om gezellig te babbelen. Eigenlijk is het vooral Oskaar die vertelt. Hij kent ontzettend veel verhalen. De dingen die hij al gezien heeft, onvoorstelbaar. Ze zou zo graag bij hem zijn. Ze zou zo graag zijn leven leiden.

“Pssst. Pssst. Oskaar, Oskaaaar. Ik ben het.” Oskaar opent zijn ogen en geeuwt. Het is nog heel vroeg. De zon piept net boven de horizon. De eerste zonnestralen raken de rand van Yasmines huis.

Hij zucht. “Yasmine, je bent er al. Nog vroeger dan anders. Welk nieuws brengt je hier?” “Flauwerik, je weet best dat er niets in mijn leven gebeurt. Jij bent de man met de verhalen. Vertel wat je gisteren allemaal hebt gezien.” Oskaar rekt zich uit en gluurt Yasmine even aan. Een fijne glimlach speelt op zijn lippen.

“Hmmm, heb ik gisteren iets interessants meegemaakt? Even denken … Natuurlijk wel. Ik beleef voortdurend fantastische avonturen.” Oskaar steekt van wal met een liefdeshistorie over een jong passioneel koppel. Compleet met slaande deuren, vliegende borden en stomende scènes waar Yasmines oren van gloeien. Als zij zoiets zou meemaken ...

Yasmine schrikt. Ze wordt uit haar dagdroom gerukt door de grote mensenhand. Die pakt haar op en hangt haar bij Oskaar. Wat een zalig gevoel. De wind blaast in haar gezicht. Alleen jammer dat er altijd een vaatdoek of dweil aan haar kleeft. Zo zijn ze nooit echt alleen en toch geniet Yasmine met volle teugen van deze momenten. Weg van het slangennest onder haar. Haar vader staart naar boven, houdt haar in de gaten en die frons voorspelt niet veel goeds, maar voorlopig kan hij niets doen. Alleenl de mensenhand krijgt het voor elkaar om haar of haar familie hier te krijgen.

De laatste weken is Oskaar wel opvallend stil als ze bij hem is. Zijn verhalen lijken opgedroogd en de omhelzingen voelen niet meer zo innig aan, terwijl Yasmine hem nog altijd even stevig vastpakt als vroeger. Alleen lijkt het wel alsof Oskaar dat minder fijn vindt. Af en toe betrapt ze hem zelfs terwijl hij knipoogt naar haar jongere zus, Esmeralda. Zou hij haar beu zijn? Dat mag niet. Dat kan niet. Yasmine wordt opgeschrikt door krijsende meeuwen. Ze blikt naar boven. De hemel verduistert snel. Donkere wolken komen opzetten, zwaar van de regen in hun buik. Het begint hard te waaien. De eerste dikke druppels vallen uit de lucht. Yasmine heeft dit nog nooit meegemaakt, voor de regen valt, plukt de mensenhand haar normaal van Oskaar weg, maar niet vandaag. Vandaag mag ze blijven. De wind wakkert verder aan. Bladeren razen voorbij. Ze kan de vod niet langer vasthouden. De wind pakt hem mee. Het versleten, geruite hemd is weg, zonder zelfs maar iets van geluid te maken. Yasmines blijdschap verandert in paniek. Ze krijgt het moeilijker om zich vast te klampen. “Oskaar, help! Hou mij vast!” Oskaar negeert haar hulpgeroep en de wind krijgt haar te pakken. Yasmine tuimelt door de lucht. Steeds hoger en hoger. Ze vliegt over het grote, groene hek en belandt aan de andere zijde. In het grote onbekende. Tussen lange, groene halmen die wiegen in de krachtige windvlagen. Water stort naar beneden. Grote druppels die haar doorweken.

Wat zal er met haar gebeuren? Een plas water vormt zich rond haar, dikke klompen aarde en takjes drijven rond haar. Yasmine rilt van de kou. Die bazige familie van haar zou nu een welkom geschenk zijn. En zal ze Oskaar nog terug zien? Haar zoute tranen smelten samen met het zoete hemelwater. De zondvloed houdt aan. De plas wordt een beekje en ze drijft naar een groot stenen gebouw, grote ogen kijken op haar neer. Dichter en dichter drijft ze naar het huis. Het gebouw is reusachtig en de mond … die gaat open. Yasmine gilt. Niemand hoort haar. Niemand komt haar redden. Een mensenkind stapt uit de mond naar buiten. Het kijkt naar boven en vangt de regendruppels op met haar tong. Het lacht. Hoe kun je nu lachen in een hel als dit? Het mensenkind kijkt rond en haar ogen rusten op Yasmine. Haar hart slaat een slag over. Het komt op haar af. Nee! De mensenhand sluit zich rond haar, een verstikkend gevoel. Ze is verloren. Oskaar. Haar familie. Alles wordt zwart. Yasmine probeert haar ogen te openen. Het licht is te fel. Vlug terug sluiten. Ze voelt zich raar, alsof ze zweeft. Zou ze dood zijn? Nee, dat kan niet. Ze hoort stemmen. Mensenstemmen. Waar zou ze zijn? Voorzichtig opent ze haar linkeroog. Onder haar ziet ze een mensenkind en twee mensenreuzen zitten in een zetel. Vreemd. Nu trekt ze ook haar andere oog open. Stiekem bestudeert ze haar omgeving. Ze hangt aan een muur. Het mensenkind wijst naar boven. “Heb ik voor jou gemaakt, mama.”

“O, wat mooi. Dank u wel. Wat is het?”

“Zie je dat niet mama? De tuin van de buren natuurlijk.” Yasmine kijkt door een groot raam naar buiten en ziet Oskaar hangen. Haar zus houdt hem stevig vast. Dus toch. Een traan rolt over haar wang. Van haar zus had ze zoiets wel verwacht. Maar Oskaar? Ze zucht en blikt nog eens goed rond. Een huis vol mensenkinderen en mensenreuzen. Een huis waar veel te beleven valt. En niemand die haar kan storen of wegdrummen. Langzaam verschijnt een glimlach op haar lippen. Eindelijk zal ze zelf verhalen meemaken, daar heeft ze Oskaar niet meer voor nodig. Eindelijk is ze echt vrij.

 
 
 

Comments


© 2023 by Jessica Priston. Proudly created with Wix.com

bottom of page