top of page
Zoeken

Ontsnapt - kortverhaal

  • Thierry Boonefaes
  • 4 feb 2017
  • 5 minuten om te lezen

Twee jaar lang zijn Kiara, Joke en Nathalie er al mee bezig. Elke minuut van de dag. Als een soort mantra die door hun brein dreunt. Hoe ontsnappen ze uit hun gevangenis? Ze waren nog heel jong toen ze werden opgesloten. Te jong. In korte tijd zijn ze echter volwassen geworden. Noodgedwongen.

Vier keer probeerden ze al te ontsnappen. Die pogingen zijn allemaal mislukt. Bij de laatste vlucht scheelde het maar een haar of Kira was haar kop kwijt. De bewaker was ontzettend boos toen hij hen te pakken kreeg en viel haar aan met een mes. Gelukkig kon Joke hem net voldoende afleiden. Haar luide stem kwam toen goed van pas. Vanaf nu moeten ze extra voorzichtig zijn. Het vijfde plan mag geen enkele fout bevatten. Alles moet -en zal- goed gaan, want een nieuwe mislukking betekent ongetwijfeld de dood. Hoewel het nu echt wel heel moeilijk wordt. Alle vluchtwegen zijn afgesneden.

De bewaker heeft de groene tralies rond het binnenplein verstevigd. Waar nodig, werden nieuwe tralies voor de oude gehangen. De weinige gebreken in de constructie zijn weggewerkt. Enkele palen staan nog scheef, een gevolg van vlucht drie, maar schijn bedriegt, geen beweging te krijgen in de palen en het hekwerk dat eraan vast hangt. Alle drie hebben ze er al tegenaan gesprongen, aan getrokken, tegen geduwd. Zonder resultaat. Geen millimeter verroert die groene hel. Hun cel werd op een soort platform geplaatst. Een flink eind boven de begane grond. Een tunnel graven langs die weg, zit er niet meer in. De bewaker zou hen onmiddellijk zien en dat vindt Nathalie eigenlijk niet eens zo erg. Ze krijgt niet graag zand en aarde in haar kapsel, zelfs in dit onzalig oord wil ze er altijd goed uitzien. En waarvoor? De cel zelf is van bruine houten planken gemaakt. Op het eerste gezicht lijkt het niet echt sterk, maar dat is een misvatting, want de planken zijn stevig aan elkaar getimmerd, die verroeren geen vin. Zonder gereedschap raak je daar niet door en waar zouden ze dat vandaan moeten halen? Ze hebben zelfs geen nagelknipper of bestek.

Elke dag brengt de bewaker trouw hun eten, dat moet gezegd. Meestal restjes van zijn eigen maaltijd. Niet slecht, maar na een tijdje begint dat toch te vervelen. Vooral Nathalie is bang dat ze niet genoeg vitamines binnen krijgt. Af en toe eten ze insecten: slakken, wormen, mieren. Kiara eet zelfs spinnen. Daar blijven Joke en Nathalie af. Spinnen smaken echt vies. De meeste vogels en andere dieren laten die beesten links liggen, zelfs de ratten, vaste huisdieren in de nor, blijven ervan af. En als die dat niet lusten, wil dat toch veel zeggen. Het maakt Kiara niets uit. Ze eet alles en dat is ook aan haar te zien. Kale plekken op haar hoofd, een veel te dikke buik en één oog waardoor ze niet meer kan kijken, de reden dat ze haar hoofd altijd schuin houdt als ze iets wil bekijken. Het zou grappig zijn, mochten ze hier niet opgesloten zitten.

Joke schrikt op uit haar gedachten wanneer ze iets ziet blinken tussen wat oude etensresten. “Kijk, wat ik heb gevonden. Een stuk glas, heel erg scherp. Daar kunnen we zeker iets mee doen”, glundert Joke.

“Geef hier!”, eist Nathalie. Ze draait haar hoofd naar links en naar rechts om het voorwerp beter te kunnen bekijken. “Dat ziet er volgens mij niet bijzonder uit. Scherp, dat wel, misschien kan ik er mijn nagels mee doen.” En ze gooit de scherf achteloos in hun hok.

Joke staart Nathalie kwaad aan, maar reageert niet. Dat heeft toch geen zin. Ze denkt liever aan een plan om te ontsnappen, dat stuk glas zal ze vast wel kunnen gebruiken.

De zon breekt door de wolken. De voorbode van een gloeiend hete dag. “Fijn, weeral een dag braden in die moordende hitte”, denkt Joke. Ze waggelt naar hun cel en ziet het stuk glas opnieuw liggen. De stralen van de zon breken door het glas. Ze pakt het op en voelt dat het heel erg warm heeft en dat brengt haar op een idee. Als ze dat glas nu zo richt dat er een straal op een hoopje stro valt? Misschien kan ze zo wel een vuurtje maken. Dat moet wel lukken, ja toch? Wat ze daarna gaat doen, weet ze nog niet. Vuur maken lijkt nu het allerbelangrijkste.

Joke wacht en wacht. Maar er gebeurt niets. Nathalie en Kira komen bij haar staan en ze vertelt hen over haar plan. Allebei beginnen ze te lachen. “ Vuur maken met een stuk glas, dat kan toch niet!?”, lacht Nathalie. “ Je kunt dan even goed twee stokken tegen elkaar wrijven”, giechelt Kira.

Joke begint zelf te twijfelen aan haar plan. Zou hitte alleen niet voldoende zijn? Uren gaan voorbij. De zon schuift langzaam over de horizon en net wanneer ze het wil opgeven, kringelt een beetje rook omhoog. Ze schudt even met haar kop en kijkt dichterbij. Ja, het is er: rook. Ze zucht en wakkert het smeulend vuurtje zo verder aan. In het droge stro grijpt het vuur snel om zich heen. Te snel. Aan de volgende stap in haar plan was Joke nog niet geraakt. Er is wel vuur, maar nog geen vluchtroute.

“Wat heb je nu gedaan, dom wicht! Blus dat vuur, snel. Mijn huis staat in brand”, kakelt Nathalie. In pure razernij duwt ze Joke in de richting van de vlammenzee, het hok in. Kira rent ondertussen als een kip zonder kop rond en maakt een hels kabaal. Volledig in paniek.

De bewaker hoort het lawaai en komt aangesneld.

Joke probeert wanhopig aan de vlammen te ontkomen. De hitte is ondraaglijk, ze krijgt geen lucht. De kleine ruimte hangt vol rook en ze ziet niets tot ze in een hoek een fijn straaltje licht ontdekt. Een opening! Door de hitte zijn de planken op die plek losgeraakt.

Dit is haar kans. Volkomen radeloos perst ze zich door de opening, terwijl het vuur haar veren schroeit. De kier is te smal. Haar lijf raakt er niet door. Ze duwt, ze trekt, ze schudt krachtig met haar lijf. En eindelijk lukt het. Vrij, ze is vrij. Het heeft heel wat van haar pluimen gekost, maar ze is gered!

Joke kijkt versuft op. De bewaker gooit zijn emmer water aan de kant en stormt op haar af. Geen tijd om te genieten. Met een paar flinke slagen van haar vleugels kan ze net aan zijn grijpende handen ontkomen. Opnieuw duikt hij op haar af. Deze keer heeft hij haar wel vast. Joke pikt een paar keer hard in zijn hand en hij moet lossen. Van dat ene moment maakt ze gebruik. Ze gebruikt zijn schouder als springplank en fladdert over een muurtje. Joke kijkt niet meer om en spurt weg.

Kira en Nathalie blijven achter. In de verte hoort Joke hoe de bewaker zijn messen slijpt.

 
 
 

Comments


© 2023 by Jessica Priston. Proudly created with Wix.com

bottom of page